Sport educatie: Leren van en met elkaar

In deze reader, nummer 31 van de reeks ‘Praxis Bewegingsopvoeding’, wordt Sport Educatie als curriculair model naar voor geschoven binnen Lichamelijke Opvoeding (LO). Bij Sport Educatie werken leerlingen samen in kleine, heterogene groepen om elkaars leren te maximaliseren. Het ‘samen’ leren wordt benadrukt door de formulering van concrete persoonsdoelen. In die zin sluit Sport Educatie nauw aan bij het vakconcept dat vanuit de centraal vastgelegde eindtermen leraren LO uitnodigt om bewegings- en persoonsdoelen na te streven. De competentiegerichte aanpak met integratie van kennis, kunnen en dynamisch-affectieve factoren maakt dat er in dit vak geleerd wordt. Voorts streeft Sport Educatie naar diepgang in het curriculum: leerlingen opvoeden tot competente en enthousiaste bewegers vraagt immers tijd. Sport Educatie wordt in deze reader toegepast en vertaald naar praktisch uitgewerkte periode- en lesplannen binnen diverse bewegingsgebieden. We kiezen bewust voor lesperiodes van acht lessen zodat leerlingen kunnen groeien in hun leerproces, van en met elkaar.

Deze reeks wil leraren LO informeren over actuele denkpistes en vernieuwingen in het didactisch denken over het vak LO en gelijktijdig deze theorieën toepassen in diverse bewegingsgebieden. Er wordt steeds het midden gehouden tussen een wetenschappelijke en onderwijskundige verantwoording van een centraal gekozen thema. Deze uitgave sluit aan bij de 41e nascholing van de Specifieke Lerarenopleiding LO aan de KU Leuven. 

PETER ISERBYT is Doctor in de Kinesiologie en coördineert de SLO-LO van de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen (FaBeR) van de KU Leuven.

MYRJAM VANDEN EYNDEN is leraar LO en lector aan de SLO-LO van de FaBeR van de KU Leuven.